Ontwapend : Belgische krijgsgevangenen in het Duitse Rijk 1940-1945
Details
571 p. : ill.
Besprekingen
De Standaard
Het jonge leven van Henri Picard eindigde op 25 maart 1944 in een greppel, even ten zuiden van de Poolse stad Danzig, vandaag Gdansk. Op bevel van de Gestapo schoot een politieofficier daar de Belgische RAF-piloot samen met drie medevluchters tijdens een plaspauze in de rug. Gedurende de eerste uren van hun ontsnapping uit het Duitse oorlogsgevangenenkamp Stalag Luft III legde het viertal nochtans een indrukwekkende afstand af. Maar in de buurt van de havenstad liep het dus mis. Na de oorlog kwam de moordenaar er met twee jaar gevangenisstraf vanaf.
Het verhaal van Picard illustreert pijnlijk de moed die veel soldaten hebben getoond, ondanks de soms hopeloze omstandigheden. Al tijdens de eerste meidagen van WO II werd duidelijk dat de Belgische luchtmacht compleet overklast werd door de Duitse Luftwaffe. Ze vluchtten naar Frankrijk. Maar na enig gesoebat wilde een aantal officieren de strijd bij de Britse luchtmacht verderzetten. Een heuse odyssee bracht hen via Marokko naar een Brits opleidingscentrum - onder hen Henri Picard. De Belg werd met zijn Spitfire eind augustus 1943 neergeschoten. Na vijf dagen dobberen in de baai van de Somme spoelde hij half bewusteloos aan. Hij werd gevangengenomen en naar Stalag Luft III gebracht. De afloop kennen we.
Picard vluchtte destijds niet alleen: geallieerde gevangenen wilden de grootste ontsnapping ooit realiseren en tweehonderd mannen bevrijden. Ze groeven drie tunnels onder het prikkeldraad en de wachttorens door. Uiteindelijk raakten op 24 maart 1944 slechts 76 gevangenen tijdig uit de tunnel. De Grote Ontsnapping uit Stalag Luft III bracht Adolf Hitler tot razernij. Het leidde tot een ongeziene Grossfandung , de Führer wilde ze alle 76 laten afknallen. Luchtmachtbaas Hermann Göring, die represailles vreesde voor de Duitse krijgsgevangenen, maakte bezwaar. Uiteindelijk ging Hitler akkoord met vijftig executies. Het verhaal ging de geschiedenis in als Operation Escape 200. Mede door de dramatische afloop schreef het filmscenario zichzelf: The great escape (1963, John Sturges) met Steve McQueen in de hoofdrol.
Vergetelheid
Historicus Karel Strobbe doet het verhaal omstandig in Ontwapend. Belgische krijgsgevangenen in het Duitse Rijk. Het spreekt tot de verbeelding, maar het illustreert bovenal de gewijzigde houding. In het voorjaar van 1944 stonden de Duitsers al behoorlijk onder druk. Het zette een turbo op het aantal ontsnappingen in de honderden stalags: de klopjachten vergden een te grote inzet van de Gestapo en aanvankelijk geloofden de krijgsgevangenen niet dat het tot executies zou komen.
Picard is slechts een van de tienduizenden Belgische soldaten die Duitsland gevangen hield. Tachtig jaar na de capitulatie is Ontwapend nog maar de eerste Nederlandstalige studie die hun geschiedenis probeert te vatten. Zowat 65.000 Belgen raakten pas na de capitulatie op 8 mei 1945 bevrijd en zaten bijgevolg vijf jaar vast, een kleine 2.000 mensen liet daar ook het leven. Fysieke en psychische beproevingen bleven na de terugkeer niet uit. De groep raakte niet alleen in de vergetelheid, een glorieus verleden sleepten ze evenmin mee.
Tegen de blitzkrieg was geen kruid gewassen, mei 40 werd een ware afgang voor het Belgische leger. Een half miljoen soldaten liep na het staakt-het-vuren verloren. Chaos en plantrekkerij waren schering en inslag, honderdduizenden kwamen in handen van de bezetter. Die gaf hen de indruk dat ze bald naar huis mochten en dat mistgordijn werkte als een fuik. Meteen speelde de Flamenpolitik: Vlaamse dienstplichtigen, tenslotte een 'broedervolk', mochten al dan niet na een korte gevangenschap naar huis. Een taalcommissie bezocht daartoe de kampen, om de taalgroepen te onderscheiden. Heel wat Franstaligen hebben zich toen met een spoedcursus Nederlands gered en zo slonk het oorspronkelijk aantal van 225.000 Belgische krijgsgevangenen snel naar enkele tienduizenden - haast uitsluitend Franstaligen.
Naarmate de maanden verstreken, verdween hun hoop op een snelle terugkeer. Mentaal woog het zwaar. Volgens de Conventie van Genève ging het om individuen met specifieke rechten, maar daar veegden de Duitsers hun voeten aan. Toch wist de Conventie een rem te zetten op de totale uitbuiting van de krijgsgevangenen: het leven in de Stalag was onvergelijkbaar met dat in de concentratiekampen. Een indrukwekkend pakjesverkeer zorgde, zeker naarmate de oorlog vorderde en de rantsoenen verminderden, voor een reddingslijn met het thuisfront.
Dat brengt ons bij de koningskwestie. Officieel deelde koning Leopold III het lot van zijn soldaten. Maar de rouwende weduwnaar (koningin Astrid verongelukte op 29 augustus 1935, red.) vulde zijn gevangenschap in Laken op een heel bijzondere manier in. Na zijn verloving en huwelijk in 1941 met gouverneursdochter Lilian Baels ging hij onbekommerd naar Wenen op huwelijksreis. Het gedrag van de tortelduiven veroorzaakte een ongeziene ontreddering bij de soldaten in Duitsland. “Mijn gedachten zijn bij u”, stuurde de vorst als kerstwens. Dit gebrek aan tact legde de basis voor een diepe afkeer in Wallonië, wat hem in 1950 na de koningskwestie de troon kostte.
Geen prioriteit
Strobbe gaat haast achteloos aan deze breuk voorbij. De historicus doorspekt zijn verhaal liever met herkenbare microstudies van gewone soldaten. Nagelaten brieven en egodocumenten geven inzicht in het bij momenten eenzame en harde leven dat door de luchtaanvallen steeds hachelijker werd. Gewone soldaten werden aan het werk gezet: op het veld, in fabrieken of meer dan eens als brandbestrijders. Naarmate de krijgskansen keerden, milderde het gedrag van de bewakers en de werkgevers. De Duitse overheid was evenwel niet mals voor gevangenen die het aanlegden met vrouwen wier mannen aan het front vochten. Zo verzeilde ene Jacques Erneux zes maanden in de gevangenis na een 'verhouding' met een collega in een obussenfabriek. Hij was niet de enige.
In de stalags volgden de krijgsgevangenen de oorlogsverrichtingen op de voet. Via zelfgemaakte radio's waren ze dikwijls sneller en beter op de hoogte dan hun bewakers. Uiteindelijk bevrijdden de oprukkende Russen flink wat Belgen. De totale ineenstorting van het Duitse Rijk beleefden ze vanop de eerste rij. Ze verzeilden in een chaotische, apocalyptische maalstroom en pas in juni 1945 raakte iedereen weer thuis. Bij de repatriëring van de miljoenen kampgevangenen en displaced persons waren soldaten geen prioriteit.